Brandstichter Oostrum dronken en in de war

vr 4 juli 2014, 20.30 uur

LEEUWARDEN - Op 21 maart probeerde een 36-jarige Oostrumer de woning van zijn overburen aan de Heechswei in brand te steken. Een buurtbewoner zag de man lopen met iets in de hand, wat later een jerrycan bleek te zijn. De getuige zag dat de man een ruit vernielde en iets dat brandde naar binnen gooide. De getuige belde de eigenaar, de vader van de bewoner, die er zelf in slaagde de vlammen te doven. De brandstichter was thuis op de bank in slaap gevallen. Vrijdag hoorde hij bij de Leeuwarder rechtbank een jaar cel en een half jaar voorwaardelijk tegen zich eisen.

De officier van justitie wil dat de man onder toezicht van de reclassering komt en dat hij een behandeling krijgt. Dat een behandeling bittere noodzaak is, zag de verdachte zelf ook wel in. De man zei dat hij het 'verschrikkelijk' vond wat hij had gedaan. Geestelijk was er destijds van alles met hem aan de hand. Aan zijn werk als beveiliger in een asielzoekerscentrum had hij een posttraumatische stressstoornis overgehouden. Hij had last van paniekaanvallen en bovendien was in die periode huidkanker bij hem geconstateerd. Zijn vriendin zat ook niet lekker in haar vel. 'Zij had een negatieve invloed op mij', zei de Oostrumer. De twee versterkten elkaar waardoor ze in een negatieve spiraal belandden.

Ze hadden zich geërgerd zich aan 'het constante lawaai' van de overburen, die aan het verbouwen waren. Jaloezie was een tweede factor. De vriendin van de Oostrumer vond dat de overburen, die het volgens haar goed voor elkaar hadden, 'ook wel wat ellende verdienden'. 'Fuck it, ik doe het wel', dacht de Oostrumer en in een dronken bui had hij de daad bij het woord gevoegd. Hij schaamde zich diep voor wat hij had gedaan. Hij heeft inmiddels een excuusbrief aan de overbuurman gestuurd. Ook zei hij 'supergemotiveerd' te zijn om aan een behandeling mee te werken.
De Leeuwarder rechtbank doet op 18 juli uitspraak.