Man bekent en ontkent brandstichting

vr 30 maart 2007, 0.05 uur

LEEUWARDEN - In de vroege uren van een zaterdag in februari 2005 moest de brandweer uitrukken voor een brand in een flatwoning aan de Michaelsberg in Drachten. Bij de voordeur vond men een stapeltje zwartgeblakerde kranten, die nog lagen na te smeulen. De bewoner, een 55-jarige man uit Drachten en zijn dochter waren in de woning. De Drachtster had de brand zelf geblust.

Volgens de politie was de man onvast ter been en rook hij naar alcohol. Omdat hij klaarblijkelijk in kennelijke staat verkeerde, besloot de politie de Drachtster eerst nog maar niet te horen. De man sprak het vermoeden uit dat zijn ex-vrouw de kranten had aangestoken. Hij ging met zijn dochter naar huis. De politie ging intussen bij de ex-vrouw langs, maar die leek van niets te weten.

Vier uren later, iets over achten 's ochtends, kwam er een tweede melding van een brand in dezelfde woning. Ditmaal hing er een krant in de brievenbus die was aangestoken en weer geblust. Het bleek dat de Drachtster weer naar huis was gegaan. Bij zijn dochter moest hij op de bank slapen, maar die was hem te klein. Vervolgens had de dochter hem weer thuis gebracht. Er was terpentine gesprenkeld op de krant. Bij een geparkeerde auto, vond de politie een lege terpentinefles.

Tijdens de politieverhoren zei de Drachtster aanvankelijk dat hij niets met de branden te maken had. Later gaf hij toe, dat hij in ieder geval de eerste brand zelf had veroorzaakt. Het was een soort van schreeuw om aandacht geweest, vermoedde hij. Van de tweede brand kon hij zich nauwelijks iets herinneren. Dat was donderdag op de Leeuwarder rechtbank nog steeds zo, alleen ontkende de Drachtster plotsklaps dat hij de eerste brand had aangestoken.

Hij beweerde dat hij onder zware druk van de politie een bekennende verklaring had afgelegd en hij wilde graag naar huis. Toch had hij gezegd, toen de politie hem had gewezen op de risico's voor bijvoorbeeld de omwonenden, dat 'het brandje' dat hij gemaakt had te klein was om de buren in gevaar te brengen. De technische recherche kwam tot de conclusie dat de krant waarschijnlijk aan de binnenkant van de deur was aangestoken. "Dat klopt niet", wist de verdachte.

Twee gedragsdeskundigen concludeerden dat de man afhankelijk is van alcohol, er zou zelfs mogelijk sprake zijn van een beginnende vorm van Korsakov. Ook daar was de Drachtster het niet mee eens. De deskundigen adviseerden een opname in een kliniek van de verslavingszorg. Het was de officier van justitie er vooral om te doen om herhaling te voorkomen. Hij eiste een voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden plus reclasseringstoezicht. "Om een hele duidelijke waarschuwing richting de verdachte af te geven."

De officier vorderde vrijspraak voor de tweede brand; hij vond dat het bewijs te dun was. De aanklager stelde nog wel dat als de politie de Drachtster zo onder druk had gezet als hij zelf beweerde, dat hij ook wel had bekend dat hij de tweede brand had aangestoken. De uitspraak is over twee weken.