Buurvrouwen in Surhuizum slaan elkaar met snoeischaar en steelpan
LEEUWARDEN - Twee buurvrouwen uit Surhuizum kunnen al een hele tijd niet meer met elkaar door één deur, maar maandag kwamen ze er niet onderuit en moest dat noodgedwongen voor een keertje wel gebeuren. Omdat ze elkaar zouden hebben mishandeld zaten de buurvrouwen tegenover politierechter Remco Jan Maring.
Alleen nog maar verhuizen
De situatie is al langere tijd gespannen. De wijkagent, de woningstichting en buurtbemiddeling hebben pogingen tevergeefs ondernomen om de vrouwen om de tafel te krijgen. De ene buurvrouw wil niet, de ander zei op de zitting dat ze alleen nog maar wil verhuizen. De vrouw woont momenteel in een caravan.
Met steelpan op het hoofd geslagen
Op 16 april zouden de buurvrouwen, 47 en 64 jaar oud, elkaar bijna letterlijk in de haren zijn gevlogen. De ene buurvrouw werd ervan beschuldigd dat ze de ander met een snoeischaar in het gezicht zou hebben geslagen. De andere buurvrouw zou de ander meermaals met een steelpan op het hoofd hebben geslagen.
Poging tot zware mishandeling
Aan het einde van de zitting achtte de rechter beide verdachten schuldig aan poging tot zware mishandeling. In de minuten daarvoor hadden de vrouwen elk hun eigen lezing gegeven van wat er gebeurd zou zijn en die lezingen liepen nogal uiteen. De vrouwen zeiden beide op de zitting dat ze zichzelf als slachtoffer beschouwden.
Aan de haren getrokken
Allebei hadden ze letsel, de een had een wond in het gezicht, de ander had bulten op het hoofd en blauwe plekken aan de confrontatie overgehouden. De een zou de ander aan de haren de woning hebben binnengetrokken, terwijl de andere buurvrouw vanuit het niets met de snoeischaar zou hebben uitgehaald.
Verklaringen "niet consistent"
Over wat er zich precies zou hebben afgespeeld verschilden ook advocaten Gerald Pots en Marco van der Pol van mening. Pots, die de jongste verdachte bijstond, vond dat zijn cliënte uit noodweer had gehandeld. De buurvrouw zou volgens de raadsman "niet consistent" zijn geweest in haar verklaringen. Ook Van der Pol kwam met een noodweerverweer.
Bewijs gekoppeld aan letsel
In beide zaken was absoluut geen sprake van noodweer, oordeelde officier van justitie Boschma. Zij zag voldoende bewijs om aan beide verdachten een werkstraf van 40 uur op te leggen. De rechter nam de eis over. Maring koppelde het bewijs vooral aan het door de politie geconstateerde letsel bij beide verdachten.
Heb je een tip? WhatsApp!
Stuur je bericht, foto of video via:
0638400733 of via de tiplijn