Man (26) heeft hasj en cocaïne op 'deallocatie' bij zich

vr 14 juni 2024, 14.20 regionaal

LEEUWARDEN - Voor het in bezit hebben van de drugs cocaïne en hasj is een 26-jarige man vrijdag veroordeeld tot een geldboete. De politierechter sprak de man uit Leeuwarden vrij van het doen van voorbereidingshandelingen voor het dealen van (hard-) drugs.

Locatie waar drugs worden verhandeld

De Leeuwarder zat eind oktober vorig jaar bij het treinstation in Hurdegaryp in een auto, samen met een 25-jarige stadgenoot. Omdat die plek bekend staat als een locatie waar regelmatig drugs worden verhandeld, besloten twee politieagenten om poolshoogte te nemen. De inzittenden van de auto, eigendom van de verdachte, moesten hun ID laten zien.

Schoudertas met bolletjes cocaïne

Er lag een schoudertas op de achterbank die bolletjes cocaïne bleek te bevatten. In de middenconsole lagen twee brokken hasj. De Leeuwarder beweerde dat de tas niet van hem was, maar van een vriend die ergens in een hotel ga te slapen. Toen de politie vroeg naar de naam van de vriend en in welk hotel hij verbleef, gaf de verdachte geen antwoord.

Telefoon in afgesloten vakje

In een telefoon die in een afgesloten vakje in de autoportier zat trof de politie chatgesprekken aan die leken te slaan op drugshandel. Zo werd er gesproken over 'een halfje' en de prijs en kwaliteit van drugs. Op de vraag wat hij in Hurdegaryp had te zoeken, antwoordde de Leeuwarder dat hij een vriendin zou helpen een bank te verhuizen.

'Normale' gebruikershoeveelheid

Omdat hij en zijn vriend te vroeg waren, waren ze met de auto bij het NS-station gaan staan. De vriend had een soortgelijk verhaal verteld. De officier van justitie vond dat zowel het bezit van de cocaïne als de hasj bewezen kon worden. De cocaïne - 2,42 gram - was meer dan een 'normale' gebruikershoeveelheid, meende de officier.

Schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen

De brokken hasj wogen samen 7,8 gram. De officier vond ook dat hij kon bewijzen dat de Leeuwarder zich schuldig had gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor het dealen. Het dealen zelf was geen bewijs voor, daarvoor had er een overdracht (van drugs) plaats moeten vinden.

Vormverzuim

Advocaat Ersen Albayrak zag in het handelen van de agenten een vormverzuim en bepleitte vrijspraak. Er was volgens de raadsman onvoldoende verdenking tegen het tweetal en dus ook geen aanleiding om de verdachte te vragen om zijn ID-bewijs en om de auto te doorzoeken. Daar dacht de rechter anders over.

Twee gram cocaïne

In tegenstelling tot de officier oordeelde de rechter dat er onvoldoende bewijs was voor de voorbereidingshandelingen voor het dealen. Daarvan werd de Leeuwarder vrijgesproken. De rechter beschouwde de ruim twee gram cocaïne "niet meteen" als een handelsvoorraadje.

Voor het in bezit hebben van de hasj, een overtreding, kreeg de man een boete van 75 euro. Voor het aanwezig hebben van de cocaïne - een misdrijf - kreeg hij een boete van 500 euro.