Oplichter uit Burgum twee maand cel in
LEEUWARDEN - Een 57-jarige man uit Burgum is wegens oplichting door de politierechter veroordeeld tot een celstraf van twee maanden plus twee maanden voorwaardelijk. De rechter stelde dat de Burgumer het beeld oproept 'van iemand die van oplichting zijn levenswijze heeft gemaakt'.
Vriendschappelijke relatie
De Burgumer spiegelde twee slachtoffers met wie hij een vriendschappelijke relatie had voor dat hij geld nodig had voor onder andere levensonderhoud en zakelijke uitgaven. Dat geld heeft hij niet terugbetaald. Het ging om aanzienlijke bedragen. In een civiele procedure kreeg een van de slachtoffers 40.000 euro toegewezen. Een bevriend stel had de Burgumer 7000 euro geleend.
Geen klacht ingediend
Eenzelfde bedrag had de man van zijn stiefzoon geleend. Dat geld zou inmiddels wel zijn terugbetaald, meldde de advocaat van de Burgumer twee weken geleden. Bovendien verklaarde de rechter de zaak van de stiefzoon om technisch-juridische redenen niet ontvankelijk. Omdat de verdachte en de stiefzoon familie van elkaar waren - de relatie met de moeder van de stiefzoon is intussen verbroken - moest er eerst een klacht worden ingediend voor er aangifte kon worden gedaan. Dat was niet gebeurd.
Voormalige partner vrijgesproken
De voormalige partner van de Burgumer stond twee weken geleden ook terecht. Zij werd vrijgesproken. Volgens de rechter stond niet vast dat zij op de hoogte was van de oplichtingspraktijken van haar ex. De Burgumer werd ook vrijgesproken van de diefstal van geld van een vrouw waarvoor hij huishoudelijke diensten verrichtte. Vrijspraak was ook wat de officier van justitie in die zaak had geëist.
"Een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen"
In de twee zaken die wel bewezen konden worden had de Burgumer volgens de rechter "een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen". De rechter stelde dat de Burgumer het beeld opriep "van iemand die van oplichting zijn levenswijze heeft gemaakt".
De officier van justitie eiste zes maanden cel waarvan de helft voorwaardelijk.
Geen nieuwe verdenkingen van oplichting
Vanwege de gedeeltelijke vrijspraak en het tijdsverloop - de zaak speelde tussen 2019 en begin 2021 - viel de straf lager uit. Ook hield de rechter er rekening mee dat niet is gebleken dat er nieuwe verdenkingen van oplichting zijn. De officier had ook een vordering ingediend ter ontneming van het genoten financiële voordeel, voor een bedrag van bijna 68.000 euro. Die vordering werd door de rechter afgewezen.
Heb je een tip? WhatsApp!
Stuur je bericht, foto of video via:
+31638400733 of via de tiplijn