Twijfels rond zorgclub Aventura duren voort

wo 7 oktober 2020, 14.58 uur

DRACHTEN - De twijfels rond zorgorganisatie Aventura in Drachten blijven voortduren. Het bedrijf begeleidt mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking op verschillende manieren, maar dat gaat niet altijd goed, aldus christendemocraat Hans Doddema. "Ze krijgen niet alle dagen warm eten en ook aan de benodigde zorg mankeert het nodige." Doddema is zodanig verontrust dat hij een spoeddebat in de gemeenteraad van Smallingerland aanvroeg. Niet alle partijen waren dinsdagavond van de noodzaak daarvan overtuigd. Hun voorkeur gaat uit naar een diplomatieke zoektocht naar een oplossing zonder voortdurende discussies in de gemeenteraad.

"Het nog meer opblazen van deze discussie resulteert in een plaatje, waarin een mistige zorgorganisatie en zwak optredende gemeente wordt geschetst. Maar is dat wel zo? Ik hoop dat we terughoudend in de discussie zijn zolang er nog niks onomstotelijk is bewezen", aldus ChristenUnie-raadslid Jouke de Jong. Vorige herfst kwam Aventura negatief in het nieuws vanwege "topsalarissen, slechte zorg en angstcultuur". Een eerste onderzoek van een extern bureau leverde onvoldoende antwoorden op. Onderzoeken van onder andere de inspectie voor de Gezondheidszorg gaven aan de Aventura de zaken redelijk voor elkaar heeft. "We mogen als gemeente ook gerust naar ons zelf kijken. Zijn de regels waaronder we de zorg uitbesteden wel correct opgesteld", aldus De Jong.

Wethouder Bert Westenbrink zegde toe de gang van zaken rond Aventura extra in de gaten te houden. Hij zit samen met twee teams van de gemeente in een extra periodiek overleg met de provinciale zorginkooporganisatie SDF. De extra gesprekken met Aventura worden gehouden vanwege de uitkomst van de verschillende onderzoeken, die deels geheim en vertrouwelijk zijn. Informatie met dat stempel mag niet in de openbaarheid van een raadsvergadering worden besproken, luidde het oordeel. Een discussie over de betekenis van beide begrippen nam zoveel tijd in beslag dat burgemeester Jan Rijpstra besloot de raad daarover later schriftelijk te informeren.