'Ik ben een pacifist, ik ben een hippie'

ma 11 april 2016, 18.00 uur

LEEUWARDEN - De 34-jarige verdachte uit Augustustinusga snapte er niets van, dat nu juist hij in het stoeltje tegenover rechter Lieme Wijma zat. 'Ik ben een pacifist, ik ben een hippie. Ik heb nog nooit iemand geslagen'. Voor een mishandeling hoeft hij ook niet voor te komen, eigenlijk is het nog een graadje erger. Op 1 oktober vorig jaar zou hij in de trein van Leeuwarden naar Groningen een medepassagier met een mes hebben bedreigd.

Met de woorden 'Zal ik jou eens laten zien wat ik hiermee kan?' zou hij het mes bij een argeloze treinreiziger op de keel hebben gezet. Niets van waar volgens de Stynsgeaster. Hij gaf toe dat hij die dag wel een zogeheten werpmesje had gekocht. Hij had het waarschijnlijk getoond aan een dorpsgenoot die bij hem zat in het halletje tussen twee treincoupés. 'Om te laten zien dat het mooi geslepen was'.

De dorpsgenoot had nog tegen de politie gezegd dat de Stynsgeaster in een jolige, joviale bui was. De verdachte vermoedde dat hij in die gemoedstoestand iets te enthousiast is geweest. Volgens de aangever, die in de treincoupé zat, was de Stynsgeaster plotseling naast hem opgedoken en had hij hem het mes letterlijk op de keel gezet. Een getuige, een bekende van de aangever, had dat bevestigd.

Die getuige had wel weer andere dingen gezien dan de dorpsgenoot. De Stynsgeaster had zijn eigen theorietje waarom het slachtoffer en zijn vriend tegen hem hadden verklaard: hij had het idee dat ze een opleiding in beveiliging deden. 'Ze dachten, nu kunnen we een politiezaakje oefenen', aldus de verdachte. Hij dronk nog wel in die tijd. Volgens de getuigen rook hij naar drank. 'Maar ik ben nog nooit zo dronken geweest dat ik niet meer wist wat ik had gedaan'. Hij wilde bewijzen zien.

Hij had de treinconducteur wel willen spreken en hij had ook graag de beelden van de bewakingscamera in de trein er op na willen zien. 'Alle conducteurs op die lijn kennen mij', betoogde hij. Het Openbaar Ministerie heeft volgens officier van justitie Margreeth Meijer de beelden opgevraagd. De NS had echter niets opgestuurd. Mede door het ontbreken van het beeldmateriaal was er twijfel ontstaan bij Meijer. Met de verklaringen van de aangever en de getuige kon zij het vereiste wettige bewijs in principe wel rondbreien.

Maar het ontbrak de officier aan de overtuiging dat de Stynsgeaster daadwerkelijk iemand het mes op de keel had gezet. 'Er zitten toch wat vreemde dingen in het dossier die ik niet goed kan rijmen', zei de officier. Ze vond het wel vreemd dat een pacifist met een mes mes op zak heeft. Ondanks dat stelde Meijer voor om de verdachte vrij te spreken. Rechter Wijma dacht er net zo over. De verdachte was het er roerende mee eens. 'Ik ben gewoon niet een agressief mens', zei hij nog. Hij was zelfs bereid om alsnog zijn excuus aan te bieden of het slachtoffer een brief te schrijven.