Roemeen gepakt na wilde achtervolging

wo 22 september 2010, 14.00 uur

LEEUWARDEN - Met een gang van gemiddeld 180 kilometer per uur sjeesden politiewagens uit Fryslân in de vroege ochtend van 9 juni over de Afsluitdijk achter een donkerblauwe Citroën Xsara Picasso aan. De bestuurder van de Citroën haalde levensgevaarlijke capriolen uit. De man reed zigzaggend door het woonwerkverkeer, soms over de vluchtstrook en door de berm, om aan zijn achtervolgers te ontkomen. Mensen die met pech op de vluchtstrook stonden, kwamen met de schrik vrij. De dollemansrit eindigde in de buurt van Middenmeer. Terwijl de Citroën met twee wielen door de berm reed, stuurde de chauffeur de auto plotseling naar links, tegen de zijkant van een wagen van de politie Fryslân, waardoor de politeauto dwars voor de Citroën kwam te staan.

De Citroën duwde het VW-busje van de politie een paar honderd meter door de zachte middenberm voor de auto's tot stilstand kwamen. De bestuurder van de Citroën, een 29-jarige Roemeen, werd in de boeien geslagen. De achtervolging was een paar uur eerder in Leeuwarden begonnen. 's Nachts rond een uur of drie kreeg de politie via de meldkamer te horen dat de 44-jarige eigenaar van een elektronicazaak in Oentsjerk door drie mannen was overvallen. De politie kreeg het advies om uit te kijken naar twee auto's met buitenlandse kentekenplaten.

Even later reden er twee auto's met witte platen over de Prof. Gerbrandyweg. De auto's, een Peugeot 406 en een goudkleurige Volvo S60, negeerden de stoptekens. Met 100 kilometer per uur reden de wagens vervolgens richting het Europaplein. De Volvo stopte, de Peugeot reed door richting Harlingen. Bij Dronrijp stopte de auto, op de parallelweg langs de A31. Drie mannen sprongen uit de Peugeot en zetten het op een lopen. De politie raakte het spoor bijster, tot er een melding kwam dat er in Zweins, twee kilometer van de plek waar de Peugeot was achtergelaten, een Citroën Picasso en een bestelbus waren gestolen. De bus werd achtergelaten bij Zurich, de bestuurder wist te ontkomen. De Citroën Picasso reed door, richting Noord-Holland. De bestuurder van die auto zat dinsdag tegenover drie rechters van de Leeuwarder rechtbank.

Naast hem zat de man die achter het stuur van de Volvo had gezeten, een 42-jarige Roemeen. Hij was diezelfde nacht opgepakt. De mannen werden na hun aanhouding meteen in verband gebracht met de overal in Oentsjerk. In de woning boven de winkel lag de winkelier in diepe slaap toen hij 's nachts om ongeveer half geluiden hoorde. Hij zag iemand op het balkon staan. Schreeuwend en met een honkbalknuppel in de hand probeerde de man de persoon af te schrikken. Toen hij vervolgens de de balkondeur opendeed, werd hij door drie man overmeesterd. Hij werd bedreigd met een schroevendraaier en hij kreeg klappen met de honkbalknuppel. De overvallers gingen er vandoor met vijf, zeshonderd euro uit de portemonnee van de winkelier. De man werd vastgebonden met een broekriem en de ceintuur van zijn badjas. Hij had twee overvallers herkend: ze waren diezelfde middag bij hem in de winkel geweest. Toen hij later de foto's te zien kreeg, herkende de winkelier de verdachten niet. Op de politie maakte de Oentsjerker op dat moment een wat verwarde indruk.

Iemand die die dag in de elektronicazaak was geweest, had de 42-jarige Roemeen wel herkend. De man was ook door een plaatselijke winkelier herkend. Langs de weg naar Leeuwarden vond de politie na de overval een bivakmuts, een paar sokken en een paar handschoenen. Op de sokken werd dna-materiaal van de winkelier gevonden. Op de binnenzijde van de handschoen zat bloed. Verder werd er op de spullen dna van een onbekende man gevonden. Dat spoor matchte weer met dna-materiaal op sigarettenpeuken die in de Peugeot waren gevonden. Hoewel het bewijsmateriaal niet overhoudt, is het voor de officier van justitie een uitgemaakte zaak dat de 42-jarige bij de overval in Oentsjerk betrokken is geweest. Dat gaat wat haar betreft niet op voor de andere verdachte. Van hem zijn geen sporen gevonden en hij is niet positief geïdentificeerd door getuigen.

De 29-jarige heeft wel toegegeven dat hij in Zweins heeft ingebroken om de sleutels van de Citroën te stelen. De officier vindt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag op de politiemensen die in de geramde auto zaten. De agenten dachten dat hun laatste uur had geslagen, toen ze in hun VW-busje door de middenberm gedrukt werden. De officier eiste 24 maanden cel en nog eens twee weken voor het gevaarlijk rijgedrag. Diezelfde eis kreeg ook de tweede verdachte voor de kiezen. De eigenaar van de Citroën moet van de officier de dagwaarde van de auto vergoed krijgen. De auto werd geschat op 3600 euro. De officier vindt dat de 42-jarige een schadevergoeding van een kleine 5100 euro aan de beroofde en mishandelde winkelier moet betalen. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.