Gorredijker bedreigt automobilist met pistool

vr 25 maart 2016, 20.30 uur

LEEUWARDEN - Een ex-inwoner van Gorredijk (30) joeg een automobilist uit de Hemrik en diens passagier op 6 mei vorig jaar de stuipen op het lijf. De twee werden bedreigd met een pistool. Tenminste, zo leek het. Later bleek het om een balletjespistool te gaan dat sprekend op een echt vuurwapen leek. De schrik was er niet minder om. Na de bedreiging was de man uit Hemrik, ook 30, in eerste instantie niet in staat om verder te rijden.

De man die het pistool in handen had, hij is nu woonachtig in Heerenveen, zat vrijdag tegenover politierechter Irene Dölle. Hij zei dat hij zich had geërgerd aan het rijgedrag van de Hemriker. Die zou zich schuldig hebben gemaakt aan bumperkleven. Bij het passeren zou de Hemriker de middelvinger hebben opgestoken en op zijn voorhoofd hebben gewezen. Dat was voor de verdachte de druppel. Zijn humeur was al niet opperbest, hij had woorden met zijn vriendin gehad.

Op de Stationsstraat in Gorredijk dwong hij de andere automobilist tot stoppen. Hij stapte uit en liep scheldend op de andere auto af, met het neppistool in handen. Hij zei dat hij het wapen langs zijn zij had gehouden. Volgens de Hemriker had de verdachte het wapen constant op hem gericht. De verdachte maakte de Hemriker uit voor 'vuile nicht' en riep of hij hem soms moest doodschieten.

De verdachte werd later die avond aangehouden. In zijn woning vond de politie niet alleen het namaakwapen, er lag ook nog een boksbeugel in huis. De boksbeugel was 'voor de fun', had hij tegen de agenten gezegd. Een half jaar na het incident had hij in Heerenveen een buurman klappen gegeven. De buurman zou hem en zijn vriendin een tijdlang getreiterd en uitgedaagd hebben. Na dit voorval is de man zelf op zoek gegaan naar hulp, om iets te doen om aan zijn te korte lontje.

Officier van justitie Margreeth Meijer was in eerste instantie van plan om een stevige vrijheidsstraf te eisen. Omdat de verdachte heeft aangegeven dat hij het roer drastisch wil omgooien, hield de officier het bij een werkstraf van 200 uur en twee maanden voorwaardelijke celstraf. De rechter nam de werkstraf over, de geëiste voorwaardelijke straf deed zij door de helft. Dölle waarschuwde de verdachte: 'U ontspringt de dans, maar u moet wel in uw oren knopen dat het zo langzamerhand uw laatste kans is'.