In hoger beroep vrijspraak in fatale GHB-zaak

wo 24 juni 2015, 15.13 uur

LEEUWARDEN - Het gerechtshof in Leeuwarden heeft woensdag twee Dokkumers (36 en 39 jaar) in hoger beroep vrijgesproken in een GHB-zaak met dodelijke afloop. In november 2012 werd het tweetal door de Leeuwarder rechtbank veroordeeld tot drie maanden cel plus drie maanden voorwaardelijk. Dat was twee weken geleden ook de eis van de advocaat-generaal (AG) in het hoger beroep. Net als de rechtbank vond de AG dat de Dokkumers hun zorgplicht ten opzichte van het slachtoffer, een 21-jarige plaatsgenoot, hadden verzaakt.

Het slachtoffer had GHB gehad. Hij was op 28 januari 2011 met de Dokkumers naar Leeuwarden geweest en op de terugweg in de auto in slaap gevallen. Eenmaal in Dokkum was het slachtoffer niet wakker te krijgen. De verdachten lieten hem in de auto liggen. De 36-jarige verdachte en de vrouw van de andere verdachte controleerden regelmatig hoe het met het slachtoffer ging. Uiteindelijk kwam de vrouw er na na een aantal uren achter dat het slachtoffer geen hartslag meer had. De mannen belden 112 en reden uiteindelijk zelf met het slachtoffer naar de Sionsberg.

Daar werd geconstateerd dat het slachtoffer was overleden. Deskundigen concludeerden dat het overlijden waarschijnlijk het gevolg was van een overdosis GHB en onderkoeling. De rechtbank en de AG oordeelden dat de Dokkumers ernstig in gebreke zijn gebleven, ze hadden meer moeten en kunnen doen voor het slachtoffer. Het gerechtshof dacht daar anders over. De verdachten hadden verklaard dat ze niet goed op de hoogte waren van de werking en de risico's van het gebruiken van GHB.

Volgens een deskundige is dat niet zo vreemd: destijds en ook tegenwoordig is bij het grote publiek en zelfs onder GHB-gebruikers niet bekend dat de partydrug potentieel dodelijk is. Wat betreft het niet voldoen aan de zorgplicht merkte het hof op dat de verdachten 'in beginsel' hun zorgplicht wel degelijk zijn nagekomen. De 36-jarige heeft gebeld met degene die de GHB had verstrekt om te vragen wat hij moest doen, toen het slachtoffer in diepe slaap op de achterbank van de auto lag. Deze verdachte is ook langer bij zijn medeverdachte in huis gebleven om het slachtoffer in de gaten te houden.

Samen met de vrouw van de 39-jarige heeft de andere verdachte om het half uur gekeken hoe het met het slachtoffer ging. Verder wisten beide verdachten niet hoeveel GHB het slachtoffer binnen had gekregen. Ze hebben meteen 112 gebeld en hartmassage en mond-op-mondbeademing toegepast toen ze ontdekten dat het slachtoffer geen hartslag meer had. Toen ze vonden dat de ambulance te lang op zich liet wachten hebben ze het slachtoffer vervolgens zelf naar de Sionsberg gebracht. De fatale afloop is volgens het hof voor de verdachten 'niet voorzienbaar' geweest. Het hof stelt dat er wellicht bij de verdachten sprake is geweest van 'enige onnadenkendheid, naïviteit of zelfs domheid'.

Gelet op de lage buitentemperatuur hadden de verdachten het slachtoffer beter naar binnen kunnen dragen, in plaats van in de auto te laten liggen. 'Maar daarmee wordt de ondergrens van onbewuste schuld niet geraakt', aldus het hof. De gedragingen van de verdachten, of juist het nalaten van gedragingen kunnen volgens het hof niet als 'onvoorzichtig, onachtzaam of nalatig' worden aangemerkt.

Omdat beiden niet medisch zijn onderlegd kan hun niet worden verweten dat ze niets wisten over 'de waarschijnlijke wisselwerking' tussen de GHB-inname en de lage temperatuur, stelt het hof. Door de vrijspraak kon ook de schadeclaim niet worden toegewezen. De nabestaanden hadden een vordering ingediend van bijna 7400 euro voor de begrafeniskosten.