Eis werkstraf voor steekpartij op Noordkade

vr 29 mei 2015, 14.00 uur

LEEUWARDEN - Tegen een 22-jarige inwoner van Drachten is vrijdag bij de Leeuwarder rechtbank een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist. De Drachtster was op 28 januari vorig jaar betrokken bij een vechtpartij op de Noordkade. Hij zou een 26-jarige plaatsgenoot met een mes of een scherp voorwerp in de lies hebben gestoken. De Drachtster was in gevecht met iemand anders. Het slachtoffer dat werd gestoken, werkzaam in een horecazaak, probeerde samen met een collega de vechtersbazen te scheiden.

De Drachtster zou iets eerder degene waar hij ruzie mee had een kopstoot hebben gegeven. Dit slachtoffer zou door de Drachtster en diens maat zijn mishandeld. De twee hadden een paar dagen eerder onenigheid gehad in een horecagelegenheid. Het slachtoffer beweerde dat hij werd aangevallen door de verdachte en diens maat. Hij en een paar getuigen hadden verklaard dat de Drachtster een mes in handen had. Volgens de getuigen kwam het geweld voornamelijk van de kant van de Drachtster en diens kameraad.

De Drachtster beweerde dat het precies andersom was: hij zou zijn aangevallen door de andere man en nog een paar personen. De Drachtster was 'angstig', hij zou voorafgaand aan de vechtpartij zijn bedreigd door de man die hem belaagde. De verdachte kreeg een paniekaanval en probeerde zijn belagers met een 'klapsleutel' (een uitklapbare contactsleutel) van zich af te houden. Dat een van de mannen een wond in de lies had, zou volgens hem kunnen komen doordat hij had geschopt toen de man zijn hand in de zak deed.

De wond was anderhalve centimeter diep. Als de snee iets dieper was geweest dan hadden pezen, zenuwen en spieren geraakt kunnen worden. Officier van justitie Roelof de Graaf geloofde het verhaal van de Drachtster niet. 'Het verhaal van het slachtoffer is bevestigd door personen die niks met het conflict te maken hebben', aldus De Graaf. Dat de zaak zo oud was, had deze keer zijn voordelen. De voorlopige hechtenis was na 45 dagen geschorst, op voorwaarde dat de Drachtster zich bij de GGZ liet behandelen voor zijn paniekstoornis.

Ook mocht hij geen contact zoeken met het slachtoffer en kreeg hij begeleiding van de reclassering. Die instantie was dik tevreden over hoe het daarna met de verdachte was gegaan. De GGZ-behandeling is afgerond en hij heeft zijn leven inmiddels aardig op de rit. Die positieve ontwikkeling wilde de officier niet doorkruisen door de man opnieuw naar de gevangenis te sturen. De Graaf eiste een onvoorwaardelijke celstraf die gelijk is aan de 45 dagen voorarrest plus een maand voorwaardelijk. Verder zou de Drachtster 120 uur gratis moeten werken. De Leeuwarder rechtbank doet over twee weken uitspraak.