Hennepverdachte 'met de rug tegen de muur'

za 10 januari 2015, 8.30 uur

LEEUWARDEN - 'Ik stond met de rug tegen de muur', zei een Damwâldster vrijdag tegen de politierechter. De man was in de loop van 2013 achtergekomen dat er in een loods die hij onderverhuurde hennep werd geteeld. Hij had 'de heren' -de huurders- er op aangesproken, maar hij had niets in te brengen. De wiettelers bedreigden niet alleen de Damwâldster zelf, ook zijn gezin en zijn personeel zou het merken als de politie erbij werd gehaald. Uiteindelijk kwam de politie er via anonieme meldingen toch achter dat er in de loods aan de Doorvaart in Dokkum iets illegaals gaande was.

Bij een inval op 12 september 2013 werden twee kweekruimtes aangetroffen. In een van de ruimtes stonden 327 hennepplanten. Een belendende loods werd bewoond. Daar woonde de tweede verdachte, een 29-jarige Dokkumer, met zijn vriendin. In die loods stonden twee sausemmers met ieder ruim een pond aan henneptoppen. Het een had volgens de verdachten niets met het ander te maken. De Dokkumer had de henneptoppen in een coffeeshop in Leeuwarden ingekocht. De hennep verkocht hij vervolgens door aan een groep 'afnemers' in Dokkum.

De Damwâldster had buiten medeweten van de hoofdhuurder een deel van de loods onderverhuurd aan de Dokkumer. Het andere deel van de loods had hij onderverhuurd aan twee mannen. Hij hoorde later wat er echt gaande was en toen was het al te laat. De hennepplantage draaide al en de huurders hadden de stroom buiten de meter om afgetapt. En daar had hij zich maar bij neer te leggen. Vrijdag durfde hij nog steeds geen namen te noemen.

Hij was geschrokken van het bedrag dat de officier van justitie van hem wilde 'plukken'. De officier ging in eerste instantie uit van twee geslaagde oogsten. Dat zou een winst van 32.500 euro hebben opgeleverd. Gelukkig voor de Damwâldster zagen de officier en de rechter geen bewijs voor zijn betrokkenheid bij de plantage. Hij had wel eenmaal 300 euro huur gevangen. Dat bedrag moet hij terugbetalen. De Dokkumer zou 900 euro hebben verdiend met zijn hennephandeltje. Dat geld moet hij in de Staatskas storten. Hij kreeg een werkstraf van 40 uur. De Damwâldster kreeg dezelfde straf, plus nog eens 40 uur voorwaardelijk.