Sneue bak: vernielde plantenkas niet vergoed

wo 1 oktober 2014, 15.00 uur

LEEUWARDEN - Sneu was het wel: omdat een 31-jarige Drachtster door de politierechter werd vrijgesproken van het vernielen van een plantenkas, bleef de bejaarde bezitter van die kas met lege handen staan. Doordat de -vermoedelijke- dader werd vrijgesproken, kan hij ook niet aansprakelijk worden gesteld voor het vergoeden van de schade. En dat was een bittere pil voor de eigenaar van de kas, die duidelijk moeite had met de beslissing van de rechter.

De verdachte was in de nacht van 8 juni in zwaar beschonken toestand achter een paar woningen aan de Hanebalken beland. Een getuige hoorde lawaai en zag de man drie planken uit een schutting trekken. Toen de getuige de dronkenlap aansprak, liep de man weg. Vervolgens hoorde de getuige een plons en vlak daarna glasgerinkel. Even later liep de dronkelap door de dakgoot van een van de woningen aan de Hanebalken. Hij werd opgepakt. Tegen de politie zei hij dat hij geen idee had hoe hij bij de woningen was beland.

Hij herinnerde zich vaag iets van water en glasgerinkel. Het glasgerinkel was waarschijnlijk het moment dat hij de ruiten van de kas vernielde. Voor de officier van justitie was dat genoeg om de Drachtster te veroordelen. De rechter dacht er anders over. De wet zegt dat bewezen moet worden dat de verdachte de kas met opzet heeft vernield. En daarvoor zag de rechter geen bewijs. Niemand, ook de getuige niet, had gezien dat de Drachtster de ruiten had stukgeslagen. Zelf wist hij er niets meer van.

De letter van de wet volgend sprak de rechter de Drachtster vrij. En daarmee bleef de eigenaar van de kas zitten met een schadepost van ruim 1300 euro. De plantenkas was dermate beschadigd dat er een nieuwe moest komen. De vrijspraak had tot gevolg dat de bezitter die nieuwe kas zelf moet betalen. De man kan zich nog tot de civiele rechter wenden om de schade alsnog op de vernieler te verhalen. Of dat zin heeft nadat de dader is vrijgesproken, is nog maar de vraag. De officier van justitie kan nog wel in hoger beroep.