Boze wietkwekers gijzelden Dokkumers

vr 5 februari 2010, 21.46 uur

LEEUWARDEN - 'Waar is de wiet?' Dat was voor drie Leeuwarders de hamvraag, toen ze begin september vorig jaar ontdekten dat een van hun hennepkwekerijen -in een woning aan de Gossesstrjitte in Dokkum- was leeggeroofd. De drie, 19, 20 en 24 jaar oud, stelden de vraag aan drie mensen waarvan zij dachten dat die het antwoord moesten weten. Om er achter te komen waar de wiet was gebleven zou het trio geweld niet geschuwd hebben. De Leeuwarders zouden letterlijk getracht hebben het antwoord uit de mensen te slaan waarvan zij dachten dat ze meer moesten weten.

Twee van de drie slachtoffers, twee mannen en een toen 20-jarige vrouw, allen afkomstig uit Dokkum, zouden tegen hun wil zijn meegenomen naar een stille plek, waar ze werden mishandeld en geïntimideerd. Een van de mannen (39) werd vastgebonden op een stoel. Hij zou met een ijzeren staaf zijn mishandeld. Twee van de drie verdachten hoorden vrijdag bij de Leeuwarder rechtbank hoge straffen tegen zich eisen. Voor de 24-jarige eiste de officier van justitie zes jaar cel. De 20-jarige moet wat haar betreft vier jaar achter de tralies. Pittige strafeisen die tegengestelde reacties uitlokten in de zittingszaal; instemmend gemompel van de kant van de slachtoffers en aanhang, ontzetting bij de familie en vrienden van de verdachten.

De zaak tegen de derde verdachte werd aangehouden. De raadsvrouw wil dat er een reclasseringsrapport wordt opgemaakt. De slachtoffers hebben doodsangsten uitgestaan, zo blijkt uit de verklaringen die ze bij de politie hebben afgelegd. De vrouw dacht dat haar laatste uur had geslagen, toen ze op 10 september door de verdachten naar recreatiegebied de Groene Ster bij Leeuwarden werd gereden. Aanvankelijk was de aandacht van de henneptelers op haar gericht omdat de leeggehaalde kwekerij in haar woning was. Tijdens het ritje naar de Groene Ster zou ze mishandeld zijn. Bij het recreatiegebied zou ze uit de auto zijn gesleurd, waarna ze opnieuw klappen zou hebben gekregen. Een van de verdachten zou zelfs gras in haar mond hebben gepropt.

Volgens de verdachten viel het allemaal wel wat mee met het door hen gebezigde geweld. Het was er allemaal niet zo ruig aan toegegaan als de slachtoffers beweerden. Ook het het tweede slachtoffer, een 22-jarige Dokkumer die een hennepplantage met 80 planten in huis had, zou -samen met zijn vriendin- in zijn eigen woning bedreigd en geïntimideerd zijn. Volgens het stel pakten de Leeuwarders alle drie een mes uit de keuken om hun woorden kracht bij te zetten. De verdachten beweerden dat alleen de 24-jarige een mes had gepakt, dat hij ook nog eens in krantenpapier gewikkeld zou hebben. Toen duidelijk werd dat ook deze twee niets wisten, richtte de aandacht van de mannen zich op een andere Dokkumer, waarvan zij meenden te weten dat die weleens bij zijn plaatsgenoot had ingebroken.

De man kreeg de volgende dag bezoek van het drietal. Hij dacht in eerste instantie dat de Leeuwarders coke wilden hebben -'wiet' is wit in het Fries en is straattaal voor cocaïne. Ook dit slachtoffer werd door de verdachten meegenomen zijn naar 'een stille, donkere plek', in de buurt van Tytsjerk, waar hij hardhandig zou zijn aangepakt. De 24-jarige verdachte had een ijzeren staaf meegebracht. Volgens zijn zeggen omdat hij vond dat de Dokkumer wat al te rustig had gereageerd op zijn telefoontje. En hij had gehoord dat de man 'gevaarlijke vrienden' had. Met dezelfde staaf zou de Dokkumer zijn mishandeld. Hij moest mee naar het 'hennephuis' in Dokkum, waar hij op een stoel werd vastgebonden.

Hij kreeg een doek voor de mond en werd een paar keer met een bamboestok tegen de benen geslagen. De Leeuwarders pakten zijn geld en mobieltje en ze zouden gezegd hebben dat hij tot de volgende ochtend moest blijven zitten waar hij zat. Ondertussen zouden de drie van plan zijn geweest om de apparatuur van de plantage naar een veilige plek te brengen. Omdat ze wroeging kregen, zouden de twee oudste verdachten zijn teruggekeerd om de man te bevrijden. Dat had de Dokkumer inmiddels zelf al gedaan. Toen de Leeuwarders arriveerden, wemelde het van de politie.

De slachtoffers waren -en zijn- bang voor de Leeuwarders. Volgens de officier durfde de 22-jarige Dokkumer geeneens aangifte te doen. De vrouw is nog steeds erg angstig. Dat is niet nodig zeiden de verdachten, die herhaaldelijk hun excuses aanboden voor wat ze hadden aangericht. De 39-jarige Dokkumer heeft twee keer voor zijn leven gevreesd: de eerste keer tijdens de ontvoering, de tweede keer toen hij met een maagbloeding werd opgenomen in het ziekenhuis. De man wordt nog steeds gekweld door stekende hoofdpijn. Hij zou tijdens de ontvoering tegen het hoofd zijn geschopt. De vrouw wil 650 euro smartengeld van de verdachten. De man vordert 900 euro, plus een kleine 300 euro aan gemaakte kosten. Waar de wiet is gebleven, is nooit aan het licht gekomen. Uitspraak over twee weken.